een vreemde minnaar doet je anders vasthouden
je schouders puilen anders uit zijn handpalmen
je borsten bundelen anders in zijn hals
omdat hij vreemd is, ben jij bevreemdend heel
en van jezelf ontdaan wat zijn wij
oud geworden hoe verkniesd tot kommer
hoe verspoeld in schuld en klier
mijn hart vlucht als een rat
ik denk aan jou en steek de winter over
ik denk aan jou en koude knettert aan mijn huid
droef droef zo ver het hart kan zien
we hebben de jeugd uit onze haren geschud we kunnen
ons leven niet meer zogen we veroorzaken elkaar
jij daar, ik hier-suf gebeukt en tot stikkens toe verwurgd
Antjie Krog
zaterdag 10 januari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten